Onderwijs

In Stuifzand werd in 1835 een winterbijschool geopend, een direct gevolg van de toename van de bevolking. In 1843 stortte de school in en raakte onderwijzer E. Kremer gewond. Hij was daarna niet meer in staat zware arbeid te verrichten. Kremer werd door het - nogal harteloze - gemeentebestuur ontslagen. Op zijn verzoek om een pensioen van ongeveer ƒ 125,00 per jaar of ander passend werk, antwoordden de bestuurders afwijzend en vertelden hem dat hij zelf maar in zijn onderhoud moest voorzien. Kremer kreeg slechts een eenmalig bedrag van ƒ 25,00 uit de gemeentekas. 
  
De school is ongetwijfeld herbouwd. Dit blijkt uit een krantenartikel van 27 oktober 1884 waarin melding gemaakt wordt van het feit dat er een nieuwe school gebouwd was. Het krantenartikel luidde als volgt: 
  
"Stuifzand - Heden wordt hier de nieuwe school feestelijk ingewijd. Des morgens omstreeks half tien vereenigden zich een 70-tal kinderen in de oude, met groen en vlaggen versierde school, terwijl een grote vlag op der nieuwe school wapperde. De kinderen staken allen ook in hun zondagse pak, elk voorzien van een vlaggetje. Nadat zij een paar feestliederen hadden gezongen werd, werd elk kind getracteerd op een flink stuk koek. Daarna trok de ganse schare uit de oude en in de nieuwe school, waarna inmiddels vele ingezetenen, benevens de heer Hoegsma, architect, en aannemer Niehuis bijeengekomen waren. De burgemeester sprak nu een toepasselijk woord tot de verzamelden, waarna de kinderen weder een vrolijk lied ten gehore brachten en toen onder geleide van hun onderwijzer, niet tegenstaande het stormachtige weer, een korte wandeling door het dorp deden. In de school teruggekomen werd hen krentenbrood en chocolade aangeboden. Eene tombola zonder nieten besloot het kinderfeest. Nu was de beurt aan het jonge volkje, dat een paar volksspelen had georganiseerd. De jongens zouden knipsteken en de jonge dochters koordknijpen. Beide spelen liepen flink van stapel en brachten onderscheidene keren de lachspieren der toeschouwers in beweging. Met het vallen van den avond waren de spelen geëindigd en keerden de toeschouwers allen hoogst voldaan huiswaarts, terwijl het jonge volkje zich des avonds genoeglijk met elkaar vermaakte, tot dat men eindelijk, zonder eenige stoornis, naar huis ging."