Gerrit Strijker scorend vermogen bij 't Kun Beter
Donderdag 31 januari 2013
Door Peter van Slochteren
Jan Heins kwam aan de biljarttafel om het op te nemen tegen Gerrit Strijker. Het zat Heins meteen goed mee. De afstoot werd gemaakt en er sloot zich een carambole bijaan. Strijker volgde Heins op de voet, met dezelfde serie. Strijker kreeg meer grip op de wedstrijd en liep met een serie van zes uit naar dertien in vijf beurten. De grip was bij Jan Heins vervlogen, want hij stond nog steeds op twee. In de zesde beurt verscheen de derde, maar het juiste ritme liet Heins achterwege, waardoor Gerrit Strijker ruim de kans zag om bij Heins weg te lopen met scoren. In de tiende beurt nam Strijker een beste serie van zeven mee en stond daarmee al op 29 met nog "slechts" vier te gaan. Een overwinning zat er aan te komen bij Strijker en had geen last van zijn opponent, want die was de weg helemaal kwijt, want nog steeds stond Heins op drie en dat verschil was veel te groot om nog in te lopen, maar toch onverwacht maakte Jan Heins een serie van vijf en kom naar acht, maar in de twaalfde beurt bleek dat Strijker een goed scorend vermogen had, want de serie van vier, die nog ten tafel gebracht moest worden werd in één keer gemaakt en daarmee was de wedstrijd al beslist door Gerrit Strijker met totaal 33. Jan Heins bleef steken op acht van de 29.
Goed begin
Jaap Meppelink begon goed tegen Roelof Huisjes met halverwege de wedstrijd veertien tegen vijf. Dit moest te doen zijn voor Meppelink om winst te behalen, maar de wedstrijd kreeg in de 19e beurt een heel andere wending, doordat Huisjes de ene naar de andere carambole veilloos wist te maken en zo uit kwam op een prachtige serie van acht, waarmee Huisjes de achterstand in eens weg poetste. Jaap Meppelink, die vrij lang voor stond, moest alle zeilen bijzetten om er wat aan te gaan doen om op tijd de finish te bereiken, maar kreeg de series niet onder de knie, waardoor Huisjes winnaar werd in 25 beurten met zestien tegen 22 van de 31 voor Meppelink.
Geert Roffel begon moeizaam en eindigde moeizaam tegen Aaldert Bisschop, die in de eerste beurt al een serie van vier liet noteren. Dit bleek achteraf een uitschieter te zijn geweest voor Bisschop, want nadien ging het niet zo vlot meer met scoren, maar desondanks hield hij het heft wel in handen, door voor zijn opponent te blijven. Vele beurten verstreken bij Roffel, maar heel af en toe werd er een carambole bij geschreven. In de 21e werd de winst bijgeschreven op naam van Aaldert Bisschop met vijftien en twaalf punten. Geert Roffel eindigde op acht en kreeg daarvoor vijf punten.
Naar mate de wedstrijd vorderde biljartte Anne Heins steeds beter tegen Kees Eijkelenboom, die de eerste zes beurten voor het na kijken kreeg te verwerken, daarna werd de eerste gescoord. In de veertiende beurt verscheen een serie van twee en nadien bleef het heel stil bij Eijkelenboom, die het niet voor elkaar kreeg om er in 24 beurten meer te maken dan drie van de vijftien.
Anne Heins kreeg er na de achtste beurt zin in, waarmee het tempo omhoog ging met scoren. In de 24e beurt had hij zijn totaal van negentien laten zien.
Klaas van Dalsem startte vrij goed tegen Henk Hilbrink met dertien in dertien beurten tegen drie voor Hilbrink. Het zou weleens een vlotte wedstrijd kunnen worden, als Van Dalsem op dit niveau door biljartte, maar het tempo ging fors onderuit bij Van Dalsem, omdat hij in dertien beurten , die volgden vergat te scoren. Voor Hilbrink lagen de kansen open, maar profiteerde daar matig van met zes caramboles. Hierna vervolgde Van Dalsem zijn weg weer en benutte een aantal beurten goed, waardoor Klaas van Dalsem uiteindelijk in de 35e beurt de winst op naam kreeg te staan met 27. Henk Hilbrink kreeg voldoende de ruimte van Klaas van Dalsem, maar vergat ze te benutten, waardoor er niet meer dan tien van de vijftien werden gemaakt.
Albert Pol nam tussentijds een mooie serie van zes mee naar een overwinning in 29 beurten met vijftien tegen 22 voor Henk Denekamp. Denekamp biljartte afwisselend en het verschil van vijftien tegen 29 bleek dit keer te veel van het goede te zijn.
Bennie Meppelink won van Henk Heringa met twintig tegen 22 van de 29 in 23 beurten en Roelof Dolfing boekte in 33 beurten winst op Berend Hilberts met achttien tegen acht.
—————