18-09-2012 22:07

Boekpresentatie "De Zaak Cavaljé" in Ons Dorpshuis

Op donderdag 27 september om 15.00 uur wordt het eerste exemplaar van het boek 'De Zaak Cavaljé, kroniek van een volksgericht', gepresenteerd in Ons Dorpshuis. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan Netty Cavaljé. Zij is een achternicht van meester Johannes Cavaljé.

De boeken zijn verkrijgbaar voor 24,50 euro per exemplaar.
 
In de nacht van 2 en 3 juni 1922 zag de hoofdonderwijzer van Stuifzand, Johannes Bernardus Cavaljé vanuit zijn slaapkamer hoe een indrukwekkende menigte zich voor zijn huis (thans Hoofdweg 50) verzamelde. Twee uur later was het huis kort en klein geslagen en ontvluchtte meester Cavaljé met zijn vrouw en dochter uit Stuifzand. Niet veel later kwam de vrouw van meester Cavaljé, mevrouw Cavaljé-de Boer met een opmerkelijk antwoord: het controversiële Sodom= Stuifzand en Gomorra = Hoogeveen, waarin zij Hoogeveense notabelen als hoofdschuldigen aanwijst.
 
Kort na het overlijden van zijn vrouw verhuisde meester Cavaljé in 1952 van Den Haag terug naar Stuifzand en vergaf hen wat zij hem en de zijnen hadden aangedaan. Dat gebeurde ver voordat hij ooit weer een Stuifzander had ontmoet. Die ontmoeting kwam pas dertig jaar nadat hij was verdreven. Als man van 84 jaar wilde hij het dorp Stuifzand de gelegenheid geven iets weer goed te maken van wat was vernield. In zijn karretje reed hij door het dorp. Op zijn wandelingen sprak hij met de mensen. Hij ontmoette ook mensen die dertig jaar terug aan het dorpsgericht hadden meegedaan. Hij bezocht oudleerlingen in hun woningen. Cavaljé merkte, dat de geest in het dorp anders was geworden: een verandering ten goede.
 
Als symbool van de nieuwe geest in het dorp spande het volk zich in 1952 in voor de bouw van een dorpshuis: het eerste naoorlogse dorpshuis in Drenthe.
Meester Cavaljé zou ere gast zijn bij de opening op 19 mei 1953. Hij verheugde zich op die opening. In het openbaar wilde hij dan de mensen van het dorp dat verschrikkelijke van 1922 vergeven. Op papier was hij al bezig met zijn toespraak. Drie weken vóór de opening op 27 april 1953 overleed meester Cavaljé nog vrij onverwacht in het ziekenhuis in Hoogeveen. Meester Cavaljé zou graag in Stuifzand begraven willen worden, maar de begraafplaats werd in 1954 geopend. Zeer velen uit Stuifzand volgden de stoet naar de begraafplaats in Hoogeveen (op 1 mei 1953): van Sodom naar Gomorra.
 
Tien jaar later, in januari 1963 besloot de gemeenteraad van Ruinen om meester Cavaljé te eren, met de instemming van de mensen van Stuifzand. Een nieuwe straat in het dorp, vlak bij de school waarvan Cavaljé hoofd was, kreeg de naam Cavaljéweg.
 
Nu, negentig jaar later, komt historicus Egbert Brink met een gedetailleerde reconstructie van deze spraakmakende afrekening, die landelijk bekend zou worden als het 'volksgericht van Stuifzand'. De zaak Cavaljé is behalve een boek vol onverwachte invalshoeken en ethische dilemma's ook een analyse van groepsdruk en de gevolgen ervan.
 

 

—————

Terug