Kerkelijk leven

De gereformeerden van Pesse, Fluitenberg en Stuifzand gingen tot in de jaren '30 in Hoogeveen naar de kerk. Omdat dat toch lastig was door het gemis aan moderne vervoermiddelen, besloot men te kijken of het mogelijk was een eigen kerk en kerkgebouw te stichten. In 1936 werd op een vergadering van de kerkeraad te Hoogeveen voor het eerst aandacht gevraagd voor dit plan. De ontwikkelingen volgden elkaar in snel tempo op. Al in de tweede helft van 1937 was er een eigen kerkgebouw aan de Pesserstraatweg verrezen en een eigen kerkeraad benoemd. Na een aantal jaren werd het duidelijk dat Pesse beter als zelfstandige gemeente verder kon gaan, dus los van Hoogeveen. 

Ook de Hervormden in Stuifzand hebben in de loop van de jaren een klein houten kerkje kregen, omdat de afstand tot Pesse, waar ook een actieve Hervormde Gemeente aanwezig was, toch te groot bleek. Men noemde dit kerkje Bethel. Tot voor kort werden er in het gebouwtje nog regelmatig kerkdiensten gehouden. 


Bethel

Bethel - Huis van God heet het gebouwtje aan Zwarschaap 11, de weg door de buurtschap Zwartschaap. 't Ziet er goed onderhouden uit met een keurig geschilderde houten voorgevel met twee ramen, een deur in het midden en een klein raampje daarboven. "We onderhouden het met eigen krachten", zegt diaken Bos van de Hervomde Kerk in Pesse trots. "Het gebouwtje is al jaren afgeschreven, maar er is nog steeds behoefte aan en het kost ons zo haast niks!"

Een nieuwsgierige blik in het inwendige toont een vergaderruimte met een lange tafel en stoelen en dat is eigenlijk alles. Stond het kleinste kerkje van Drenthe in Leggeloo, dan moet dit het kleinste kerkelijke wijkgebouw wel zijn. Oorspronkelijk stond het niet hier, maar aan de overkant, een flink eind het land in. Vroeger liep daar het schoolpad, ter hoogte van de boerderij op no. 12. Toen de weg vanuit Stuifzand verhard werd, besloot men hem hier te verleggen in de huidige richting. Bethel werd toen verplaatst, want het gebouw moest toch bereikbaar zijn. Bereikbaar voor alle mensen, die er gebruik van maakten. Op zondag werden er onder verantwoording van de kerk in Pesse diensten gehouden en de kinderen gingen er naar de zondagschool. In de week bloeide het verenigingsleven. De knapen- en de jongelingsvereniging, de grote en de kleine meisjesvereniging en de vrouwenvereniging hielden hier hun bijeenkomsten. De Pesser predikant gaf er catechisatielessen aan de oudere jeugd, terwijl hij ook het godsdienstonderwijs aan de lagere school verzorgde.

Niet tot genoegen van iedereen overigens, want de kinderen, die niet naar de dominee hoefden, mochten spelen of tekenen. En dat waren er nogal wat, want het aantal niet-kerkelijken in Stuifzand en Zwartschaap was van oudsher vrij groot. Vooral "achter de bos", ten noorden van het bosgebied, in Zwartschaap dus, "zaten veel rooien"!

Maar het gebouw werd goed benut. Er was elke avond wel wat te doen. De jeugdverenigingen telden heel lang ieder zo'n vijftien tot twintig leden en dat gold ook voor de catechisatiegroepen. Zondagsschoolkinderen waren er meer. Die gingen overigens in december drie zondagen achter elkaar naar Pesse om daar te oefenen voor het kerstfeest.

't Was een heel eind lopen, maar het feest in de kerk vergoedde veel en je kreeg ook nog een traktatie en een mooi boekje. De zondagsschool werd vaak geleid door vrijwilligers uit Pesse maar ook uit Hoogeveen kwamen nogal eens juffen en meesters. De HVG, de Hervormde Vrouwen Groep, had verreweg de meeste leden. In 1950 waren er zelfs tweeëënvijftig en die konden alleen maar in het gebouw, omdat de kachel in de hoek stond.

Bethel werd in 1933 gebouwd door timmerman Knol uit Fluitenberg en de grond werd gratis afgestaan door Jan Arends Kleis. Dominee Saraber uit Pese betaalde het gebouwtje uit eigen zak, want hij vond dat ook in Stuifzand het Woord verkondigd moest worden. Later schonk hij Bethel aan de diaconie, die zich vanaf dat moment met het beheer belastte. Het Provinciaal Kerkbestuur veroordeelde deze gang van zaken, omdat de zorg voor de kerkelijke gebouwen toch bij de kerkvoogdijen behoorde te berusten. Dat vond men in Pesse dus niet, want tot vandaag de dag heeft de diaconie het in Bethel voor het zeggen.

Zoals al vermeld werd het gebouwtje bij de aanleg van de tegenwoordige weg daarheen verplaatst. Het staat er wat eenzaam aan die kant van de weg en dat brak de diaconie in 1987 behoorlijk op. Tijdens de jaarwisseling, in de vroege morgen van 1 januari, sloegen jeugdige vandalen de ruiten in, drongen naar binnen en gooiden het meubilair op een hoop. Het orgeltje werd onstelbaar beschadigd.

De verontwaardiging onder de Stuifzanders was groot en de betrokkenheid gelukkig ook. Giften, spontaan aangeboden, zorgden voor een snel herstel en een gemeentelid in Pesse zorgde zelfs voor een nieuw orgel. Zo kon Bethel weer voortbestaan en zo bestaat het nog steeds.

Dank zij de HVG, die er nu met acht leden bijeenkomt, dank zij de knutselclub, het bestuur van de bejaardensoos en allerlei andere organisaties als bijvoorbeeld Het Drentse Landschap, dat er onlangs nog met een aantal deelnemers vergaderde. Maar vooral natuurlijk dank zij de inspanning van de hervormde diaconie van Pesse, die Bethel eigenhandig onderhoudt. Inspanning, een mo(nu)mentje waard.